Direct naar artikelinhoud
InterviewPeter Heijkoop

‘Gemeenten voelen zich soms een pinautomaat voor de wensen van toeslagenouders’

De Dordtse wethouder Peter Heijkoop is woordvoerder sociale zaken namens gemeentekoepel VNG.Beeld Kiki Groot / de Volkskrant

Gemeenten merken dat er misbruik wordt gemaakt van de ‘brede ondersteuning’ die zij gedupeerden van de toeslagenaffaire moeten bieden. Nu zijn die vanuit het Rijk verplicht iedereen te helpen die zich heeft gemeld. Dat moet stoppen, zegt wethouder Peter Heijkoop.

‘Wij zullen de gedupeerden van de toeslagenaffaire nooit laten zitten’, bezweert de Dordrechtse wethouder Peter Heijkoop (CDA). Namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) voert hij het woord over gemeentelijke sociale zaken, waaronder ook de zogenoemde ‘brede ondersteuning’ van toeslagenouders.

Sinds 2020 moeten de gemeenten van het Rijk de gedupeerden van de toeslagenaffaire ondersteunen om hun leven op orde te krijgen om zo een nieuwe start mogelijk te maken. De gemeenten krijgen hiervoor jaarlijks zo’n 65 miljoen euro waarmee ze de ouders ‘ruimhartig’ moeten helpen met het op orde krijgen van hun financiën, huisvesting, gezin en werk.

Over de auteur
Charlotte Huisman is verslaggever van de Volkskrant en schrijft over jeugdzorg en de nasleep van de toeslagenaffaire.

Nu is het moment gekomen dat de gemeenten met het Rijk een einddatum moeten bepalen voor deze speciale ondersteuning, zegt Heijkoop. Hij ziet veel hiermee belaste gemeenteambtenaren in ‘gewetensnood’ komen. Veel ouders die gefrustreerd zijn door de trage afhandeling van hun schade door het Rijk, leggen volgens hem onredelijke eisen neer bij hun gemeente. Ze willen bijvoorbeeld een auto of een dure vliegreis.

En ook duizenden ouders die helemaal niet gedupeerd zijn door het schandaal, moeten de gemeenten helpen. ‘Dit is frustrerend voor zowel onze ambtenaren als voor de zwaarst gedupeerden, die hierdoor niet de hulp krijgen die ze nodig hebben om door te gaan met hun leven.’

U zegt dat er onder deze aanvragers ook veel niet-gedupeerden zijn. Hoe kan dat?

‘Bij de herstelorganisatie van het Rijk hebben zich ruim 68 duizend personen gemeld. Na de lichte toets zijn zo’n 34 duizend van hen erkend als gedupeerde. Zij ontvangen 30 duizend euro. Maar veel van de ruim 30 duizend personen die niet door die toets zijn gekomen, gaan in bezwaar of wachten op hun integrale beoordeling.

‘Van een klein gedeelte van deze groep blijkt later dat ze toch gedupeerd zijn. Maar het overgrote deel is duidelijk niet gedupeerd, sommigen hebben niet eens kinderen. Zij moeten toch geholpen worden door gemeenten, op basis van de opdracht van het Rijk. Ze kunnen aankloppen tot ze alle stappen van hun procedure hebben doorlopen.

‘Dat is een van de grootste problemen van de gemeenten bij deze brede ondersteuning: de groep die we moeten helpen is vele malen groter dan werd verwacht toen we hierover in 2020 afspraken maakten met het Rijk. Ons aanbod is een massale vluchtheuvel geworden voor mensen met vaak andere problemen.’

Wat moet er gebeuren om dit te stoppen?

‘Het Rijk moet het lef hebben om te zeggen: als mensen duidelijk niet gedupeerd zijn, moeten ze zo snel mogelijk uit het traject worden gezet. Dan kunnen ze niet bij de gemeenten aankloppen.

‘Ook de uitwisseling van gegevens tussen het Rijk en de gemeenten moet beter. Nu meldt de landelijke herstelorganisatie het ons vaak helemaal niet als vast is komen te staan dat iemand niets gedupeerd is.’

Veel erkende toeslagenouders vertellen de Volkskrant dat ze niet tevreden zijn met de steun die ze van hun gemeente krijgen. Het programma Pointer (KRO-NCRV) toonde deze week aan dat sommige gemeenten deze mensen veel zuiniger bedelen dan is voorgeschreven. Wat vindt u daarvan?

‘Een paar van de 342 gemeenten zijn onvoldoende ruimhartig in hun ondersteuning, die spreken we daarop aan. Toch bieden de meeste gemeenten ondersteuning naar hun vermogen, maar zij worden overvraagd.

‘Ik hoor dat veel ambtenaren die hiermee belast zijn, murw en moe zijn. Zij moeten beslissen: wat geven we wel en wat niet. Soms vragen ouders bijvoorbeeld om een woning. Maar ook daklozen en gezinnen die op straat zijn beland, vragen de gemeente om huisvesting. Dan moeten we een integere afweging maken. Kinderen van toeslagenouders moeten we op dat punt vaak teleurstellen. Of ze willen dat wij ze helpen met hun studieschuld bij DUO, waarvan ze het geld destijds vaak hebben gebruikt om hun ouders te ondersteunen. Die schulden kunnen we niet saneren.’

Maakt de trage afhandeling van de schade van de toeslagenaffaire jullie werk moeilijker?

‘Dat speelt zeker mee. Nog steeds wachten veel erkende gedupeerden op een integrale beoordeling van het te veel teruggevorderde bedrag aan kinderopvangtoeslag, nog langer moeten ze wachten als ze daarna ook hun aanvullende schade vergoed willen krijgen.

‘Ouders kunnen moeilijk naar de toekomst kijken zolang hun financiële schade niet is afgehandeld, dat maakt het voor gemeenten lastig. Veel ouders raken daardoor steeds meer gefrustreerd. Dan denken ze misschien: de afwikkeling bij het Rijk duurt zo lang, laat ik dan maar bij de gemeente aankloppen. Het aantal materiële verzoeken is het afgelopen jaar verdrievoudigd. Iemand die zijn opleiding niet heeft kunnen afmaken, helpen we. Een matras regelen we, een fiets om naar het werk te gaan ook. Maar honderden ouders plaatsen bestellingen. Een nieuwe inboedel, een verbouwing, een auto, drie elektrische fietsen, meerdere laptops.’

Voelen gemeenten zich soms overvraagd?

‘Ik snap dat ouders gefrustreerd zijn. Maar sommige ambtenaren voelen zich een pinautomaat als ouders bij hen komen met hun materiële wensen. Op Facebook wisselen ze uit wat ze in hun gemeente kunnen krijgen. Er zijn ouders die aanvragen doen voor vliegreizen voor vakantie of een familiebezoek in Suriname. Er ontstaat een claimcultuur.

‘Daarom vragen wij van het Rijk een duidelijkere definitie van het begrip ‘ruimhartig’. Wij willen met het Rijk in gesprek over de zaken die ouders ons niet kunnen vragen. Dat schept helderheid, voor ouders en gemeenteambtenaren.’

Wat moet er verder gebeuren?

‘De hersteloperatie van het Rijk moet echt sneller. Dit gaat echt niet goed. Met de verstrekte 30 duizend euro van de lichte toets zijn veel gedupeerden ruimhartig gecompenseerd, maar kregen de zwaar gedupeerden te weinig, en die moeten daarna eindeloos wachten. Ik kan me voorstellen dat er uiteindelijk een parlementaire enquête komt naar deze hersteloperatie.

Ook willen we in overleg met de staatssecretaris een einddatum gaan bepalen van de brede ondersteuning. Er komt een moment dat we bij de gemeentelijke ondersteuning geen onderscheid meer maken tussen toeslagengedupeerden en andere inwoners.’