De Wikipediapagina van het gehucht Tyrone, Missouri telde tot voor kort maar drie wetenswaardigheden: dat het plaatsje in 1892 is gesticht, dat de naam uit Ierland komt, dat er volgens de laatste volkstelling vijftig mensen wonen.

Afgelopen week kwamen daar twee nieuwe zinnen bij: ‘Op 26 februari 2015 vond er in Tyrone een massamoord plaats, uitgevoerd door Joseph Jesse Aldridge. Hij vermoordde zeven mensen en verwondde een ander persoon, voordat hij zijn eigen leven nam.’

Ik bezoek het stadje enkele dagen na het bloedbad. Ik rijd over witte heuvels, het zicht in de sneeuw is maar een meter of vijftig. In het stadje zelf, een sliert huizen langs de snelweg, is het extra stil. En als er al satellietwagens van de tv zijn geweest hier, dan zijn ze alweer vertrokken.

Het bloedbad, een van de grootste schietpartijen uit de recente Amerikaanse geschiedenis, was even breaking news, maar verdween vrijwel diezelfde dag al uit de nationale belangstelling. Een bliepje op de nieuwsradar.

Op de voorpagina van het lokale weekblad, gevestigd in het nabijgelegen Houston, staat nog het voorpaginanieuws van een week eerder, over het weer: ‘ICE FREEZING TEMPERATURES LINGER ACROSS THE REGION’. En inderdaad, het sneeuwt nog steeds en het is ijskoud in Tyrone.

In de online kranten las ik meer over de schutter: Joe Aldridge, 36 jaar oud, werd dood aangetroffen in zijn rode pick-uptruck met een schotwond die hij zichzelf had toegediend. Hij was gewapend met messen, een geweer en een .45-pistool. In zijn pick-up lagen verder een blik Budweiser-bier en een fles whiskey. Hij had marijuana en alcohol in zijn bloed. Wat hem bezield had bleef een mysterie.

De kracht van een hashtag

Ik ben hier niet om deze moorden op te lossen; ik kom vanwege een hashtag die me fascineerde. De afgelopen jaren is het een wereldwijde traditie geworden dat als er ergens een schietpartij plaatsvindt, er een bijbehorende hashtag trending raakt.

Denk aan de #JeSuisCharlie na de aanslagen in Parijs, de leus die honderdduizenden mensen op de been bracht. En een maand geleden, toen een rechtse Amerikaan in het studentenstadje Chapel Hill, North Carolina, drie jonge moslims doodschoot, verschenen er binnen een dag een miljoen tweets met #ChapelHillShooting.

Zulke hashtags mobiliseren de wereld. Of ze geven iets van troost na een ogenschijnlijk zinloze moordpartij. Maar nu waren er zeven mensen dood. En bleef het stil. Zelfs op de plek waar alles gebeurd was, leek het.

Het kon zijn dat het stadje te afgelegen lag. Het lag niet op de radar, het was letterlijk fly-over country. Het duurt even voor de journalisten er zijn met hun straalwagens. Of het kon zijn dat er geen háákje was voor dit nieuws, dat dit ook niet echt nieuws was, gewoon de zoveelste witte man die witte mensen doodschoot.

Dit was ook geen aanslag – althans, de dader liet geen manifest achter, zelfs geen spoor van een reden.

Zulke hashtags mobiliseren de wereld. Of ze geven iets van troost na een ogenschijnlijk zinloze moordpartij

Dat kan allemaal. Maar het bleef vreemd. Die zomer zag ik zelf hoe in St. Louis, na de dood van één zwarte man, duizenden de straat opgingen onder de vlag #BlackLivesMatter. Nu was vijftien procent van de bevolking van Tyrone vermoord en het bleef stil.

Toch kreeg Tyrone wel degelijk een hashtag; je moest er alleen wel goed naar zoeken.

Op Twitter vond ik een tiental tweets onder de noemer #PrayingForTyrone. Tien tweets. Op wereldschaal betekent het natuurlijk niets. Maar in een dorp van vijftig inwoners is het nogal een viral hit. Dus ik wil de man spreken die als eerste twitterde met #PrayingForTyrone.

Tyrone ligt op drie uur van St. Louis, in de uitlopers van het Ozarkgebergte. De mensen in deze streek zijn zeer christelijk, stemmen in ruime meerderheid Republikeins en houden van wapens. De huizen van het plaatsje liggen ver van elkaar verspreid, zonder kern.

In de bloeitijd had Tyrone een korenmolen, een conservenfabriek, een tandarts, een dokter, een postkantoor, een school, kerken. Nu is er zelfs geen plaatsnaambordje. Alleen verlaten winkels en een in onbruik geraakt benzinestation.

Isolatie en snel internet

Toch is Tyrone niet volstrekt geïsoleerd. Het ligt in een archipel van gehuchtjes rond het stadje Houston, dat bijna 2.100 inwoners telt. Daar is een Walmart, een McDonald’s en een ziekenhuis met eerste hulp – geen vanzelfsprekendheid op het platteland. En ook niet onbelangrijk en vanzelfsprekend: Tyrone en omstreken hebben goed internet. En dat speelt dezer dagen een belangrijke rol.

De eerste tweet met #PrayingForTyrone was afkomstig van een dominee, Bill Villapiano van de Faith Fellowship Church in het nabijgelegen Houston. Hij twitterde op de avond na de schietpartij: ‘Remembering #Tyrone and #TexasCounty in prayer tonight. #PrayingForTyrone.’ Er zit een plaatje bij van de kaart van Texas County en een man die knielt. Het bericht is slechts zesmaal geretweet. Nog geen rimpeling op Twitter.

Maar hij plaatst die avond ook een berichtje op de Facebookpagina van zijn kerk, zoals hij er wel vaker berichtjes plaatst. Het is een oproep tot gebed. Dat berichtje krijgt ruim driehonderd likes, vertelt de dominee. Ongekend in zijn kleine gemeenschap.

Villapiano komt oorspronkelijk uit Chicago en werkt hier al 31 jaar, vertelt hij. De dominee is net terug van een bijeenkomst met andere kerkleiders als ik hem spreek in de pastorie. Zijn eigen kerk fungeert deze week ook als plek waar afscheid genomen kan worden van sommige van de slachtoffers.

Komende zondag is er een nachtwake met kaarsen voor de slachtoffers. Met ongeveer tweehonderd leden, deels ook uit Tyrone, is het een van de grotere kerken in het stadje, dat nog tientallen andere kerken telt. Het bijzondere is dat de dominees hier heel goed samenwerken, zegt hij.

Hij hoorde het nieuws van de schietpartij in de lokale McDonald’s. Hij was geschokt – en tegelijk niet verrast, want hij kent de bijbel. ‘We leven in een gevallen wereld’, zegt hij. ‘Het kwaad bestaat. Dit is het pure kwaad.’

De schietpartij brengt de hechte gemeenschap alleen maar dichter bij elkaar, is zijn overtuiging. Je hoort weleens verhalen over de verbrokkeling van gemeenschappen op het Amerikaanse platteland, maar hier, in Houston, zegt de dominee, vind je nog geloof, traditionele gezinswaarden en saamhorigheid. ‘We’re the people that feed the world, win the wars and keep the faith’, zegt hij. Hij wil hier nooit meer weg.

Dat wilde hij uitdrukken met de hashtag: de nabestaanden laten zien dat ze niet alleen staan. Het is een glimp van hoop in donkere dagen.

Het blijft niet bij online bidden. Voor de nabestaanden van de slachtoffers zijn verschillende crowdfundingpagina’s in het leven geroepen, om de kosten van de begrafenissen te dekken; om geld in te zamelen voor de opleiding van de kinderen die nu geen ouders meer hebben. Enkele tienduizenden dollars zijn al ingezameld. Dat is veel, in een kleine gemeenschap waar velen maar acht, negen dollar per uur verdienen.

Het beeld bij de hashtag, de biddende man, is ontworpen door een lid van zijn gemeente, zegt hij, de lokale journalist Jeff McNiell, hoofdredacteur van The Houston Herald. Veel inwoners van de streek gebruiken het beeld nu als profielfoto.

De hele dag op pad

Ik tref McNiell op de redactie van de krant. Hij is bezig met het redigeren van de pagina’s van de nieuwste editie. Het gaat niet langer over de sneeuw en de ijskoude temperaturen. ‘TRAGEDIES IN TYRONE’, is nu de kop op de voorpagina.

Elke week staat er ook een bijbelcitaat op de voorpagina. Deze week uit het bijbelboek Mattheüs: ‘Blessed and envy-ably happy […] are those who mourn, for they shall be comforted!

De ochtend van de schietpartij werd hij om vier uur uit bed gebeld. De hele dag was hij op pad om verslag te doen in Tyrone: buren interviewen, de sheriff spreken. ’s Avonds toen hij thuis kwam, ontwierp hij het beeld van de knielende man. ‘Het werkte therapeutisch’, zegt hij.

Hij is journalist, maar ook christen, en inwoner van deze gemeenschap. ‘Iedereen zoekt antwoorden, maar soms is het antwoord: er is geen antwoord, dit is het gezicht van het kwaad. Als christen weet ik dat je juist dan troost kunt putten uit je geloof.’

McNiell groeide hier op, verliet de streek om journalistiek te studeren. Even droomde hij van werken bij een grote krant, maar toen hij het aanbod kreeg om terug te keren naar zijn geboortegrond, aarzelde hij niet. Hij houdt van deze streek.

En in een stadje als Houston heeft de krant nog impact. De website van zijn krant had de dag na de moordpartij een recordaantal van 171.333 bezoekers.

Het is zo’n prachtige streek om te leven, zegt-ie: de mensen geven hier nog om elkaar. Men bidt voor elkaar. En men helpt elkaar, niet alleen spiritueel, maar ook praktisch. Zoals de buren die zich ontfermden over het vee van de getroffen families. Daar staat #PrayForTyrone voor, zegt hij.

De bescheiden hashtag gaat een paar uur na de eerste tweets alsnog viral, lokaal dan. Niet op Twitter, maar via een Facebookpagina genaamd ‘Praying for Tyrone’. Die pagina wordt vrijdagavond aangemaakt door Caleb Arthur, ondernemer en ex-politieagent. Hij groeide hier op en is verre familie van sommige slachtoffers. Hij begon in 2012 een bedrijfje dat zonnepanelen installeert. Hij is veel bezig met de community, hij gaf zonnepanelen weg aan de voedselbank, bijvoorbeeld.

Toen hij het nieuws van de schietpartij hoorde was hij in shock. Zijn eerste gedachte: waarom kon hij zo lang doorgaan met schieten, huis langs huis, waarom schoot niemand hem dood? ‘Ik weet dat men er in sommige landen anders over denkt’, zegt Arthur verontschuldigend: ‘Maar zoals ik het zie: the only way to stop a bad guy with a gun is a good guy with a gun.’

Daarna kwam de behoefte om iets te doen voor de nabestaanden. Zo kwam hij op het idee om via Facebook op te roepen tot een online gebed. ‘Het zou zo cool zijn als dit viral ging’, dacht hij nog.

En dat deed het. De pagina had binnen een dag enkele duizenden likes, en stroomde vol met bijzondere herinneringen aan de families. Via de pagina bracht hij de crowdfundingsites onder de aandacht. Arthur heeft een Facebookevent aangemaakt voor een candlelight vigil, een nachtwake met kaarsen, in het lokale schoolgebouw. Bijna vierduizend mensen hebben aangevinkt te zullen komen – bijna tachtig keer zo veel als het aantal inwoners van Tyrone.

The Houston Herald zal de kaarsenwake livestreamen. Een dominee zal kort spreken. Er zullen geestelijke liederen gezongen worden. Er zal een moment van stilte zijn. En ze zullen samen bidden voor Tyrone.

Gemeenschapsgevoel na een tragedie

#PrayingForTyrone heeft niet de ogen van de wereld naar zich toegetrokken, maar het bracht wel het dorp bij elkaar. Zondagochtend was de regio online bijeen voor een gebed – extra bijzonder omdat de kerken die dag dicht waren vanwege het winterweer. In deze uitgestrekte, dunbevolkte streek wist men zich verbonden door God – en internet. De meeste reacties onder Arthurs oproep? Die bestonden simpelweg uit het woordje ‘amen’.

Amen, amen, amen, zo ging het eindeloos door.

Later leer ik meer feiten over de dader van de schietpartij. De dader was een drugsverslaafde. Hij bleek verslaafd aan pijnstillers, hij had eerder vastgezeten, 21 maanden, vanwege drugsbezit. Tot zover niks bijzonders.

Was hij het kwaad, was hij pure evil? Nee, hij leek me ‘gewoon’ een van die miljoenen wanhopige witte mannen op het leeggelopen platteland. Wat hem precies bezield had, was nog altijd niet duidelijk. ‘De enige die het antwoord wist, leeft niet meer’, had de lokale sheriff in The Houston Herald gezegd, kort na het voorval: ‘De waarheid is dat we het antwoord misschien wel nooit zullen weten.’ Die reactie leek me, een paar dagen na de schietpartij, nogal gemakzuchtig voor een sheriff.

En nog weer later las ik dat de schutter zijn daden in elk geval goed had voorbereid. Aldridge bezat bijvoorbeeld een exemplaar van het U.S. Army Improvised Munitions Handbook. Hij zat vaak in chat rooms en wisselde informatie uit over wapens en drugs. Systematisch was hij de huizen langsgegaan, in een schervenvest en in camouflagepak. Hij leek, dacht ik, wel een terrorist. Behalve dat hij geen manifest of ideologie had.

Of toch wel? Mischien sprak hij wel namens tienduizenden andere wanhopige plattelanders? Die leefden in een streek waar er te weinig banen waren en te veel wanhoop? Maar díe boodschap zou nooit een hashtag worden, en dat verhaal zou nooit de lokale krant halen.

Deze podcast is geproduceerd en geregisseerd door Stefan van Duyn (Thinium Audioboekproducties).​Wil je meer verhalen vanuit het hart van Amerika? Lees dan mijn gelijknamige boek uitgegeven door De Correspondent. Of ga naar Daar vind je alle verhalen die ik voorlees terug, inclusief foto’s en verwijzingen. En kun je, als je wilt, ook met me in gesprek over Amerika.